Google Analytics

vrijdag 24 oktober 2014

Autist (2)

Vervolg van autist 1

En zo schrijven we op wat wel en niet mag, en soms vullen we dat aan, soms wijzigen we iets. Maar dat komt erg precies want hij is autist en zij erg kinderlijk.
Hij wil weten waar de wang ophoudt en de mond begint, want op de wang mag hij wel, op de mond geen kus geven. Dat komt precies, bij een autist. Lastiger is het wanneer we moeten vaststellen waar de rug eindigt en over gaat in buik. Daar kan over gediscussieerd worden, zien wij - en dan de kwestie waar rug over gaat in bips. Niet billen, kont of achterste, nee: bips. De woordkeus komt ook nauw. Daar mag hij ook niet komen, de bips. En daar kan lang over gepraat worden, over waar rug bips wordt. Met anatomische precisie wordt rug van buik en bips van rug gescheiden.
Het op schoot geeft andere problemen - want zij is heel veel breder dan hij waardoor hij wel op haar schoot, maar zij niet op de zijne past. Het vergt een wat ruimere stoel, die niet in de spreekkamer aanwezig is. Maar met de juiste stoel of een bank past ze wel op zijn schoot - nou ja, met één bips ernaast en één bips op hem - het enkelvoud van bips is ook bips, leer ik van haar. Maar zo gezeten kan hij alleen met de handen in de lucht, want anders liggen die op verboden gebieden.
En ja, dit alles noemen wij behandelen.
Zij mag op zijn kamer komen op voorwaarde dat de deur op een kiertje open blijft en jawel, het begrip kiertje levert hoogoplopende verschillen van mening op. Het woordenboek biedt geen uitkomst dus moet het in centimeters, van drempel naar deurpunt. Juist bij die stand blijft de deur niet staan en valt dicht; iets wijder open en de deur valt open - een speciaal door hem op de tuin vervaardigde wig redt ons.

En weer een jaar later is de relatie onverminderd gaande. Maar met haar wil het niet vlotten, haar traumatherapie slaat niet aan, ze slaapt slecht en is vaak angstig. Ze neemt enorm in omvang toe en raakt kortademig. Het enige leuke in haar leven is hij - en hij is onverminderd gek op haar. Niet langer geeft hij ons zorg, we zijn bezorgd om haar. Ze is gestopt met werken en is nu alle dagen thuis, met haar vader. Ze komt zo vaak ze kan, maar ze kan steeds minder vaak.
Na nog een jaar woont hij buiten de kliniek. Zijn medicatie is afgebouwd tot een minimum, want de bijwerkingen zijn zeer fors. Maar een erectie heeft hij nu al jaren niet meer gehad. Weer een jaar later heeft hij een autootje, en daar rijdt hij in rond met haar. Ze is nog dikker geworden en moet bij ons in etappes de trap op, zoveel adem komt ze tekort. En hij moet een ander autootje want zij kan er niet meer uitkomen. Ze is nu 26, zweet de hele dag en gebruikt een hoeveelheid pillen waarvoor inderdaad een auto nodig is om het te vervoeren.
Twee jaar later gaan ze samenwonen, met vader er bij. Hij mag bij haar op de kamer slapen, ieder in een eenpersoonsbed, dicht tegen elkaar aangeschoven want dan kunnen ze hand-in-hand.
En daar beëindigt de rechter onze bemoeienis met hem, dus we weten niet hoe het verder gaat. Twee jaar later komen ze nog een keer op bezoek, met weer een ander autootje. Hij blaakt van gezondheid - zij is een treurnis om te zien. Maar ze zijn samen en dat is wat ze willen. Dan verdwijnen ze uit beeld, en zo hoort het ook. Dus hoe het nu gaat weten we niet. We kunnen alleen maar hopen dat ze nog steeds hand-in-hand in slaap vallen. En dat hij nog steeds zo goed voor haar zorgt, en met haar rond rijdt. Vast wel, want hij is keurig opgevoed en een relatie, dat komt heel precies.

zaterdag 11 oktober 2014

Autist (1)

Hij is keurig opgevoed, dus daar ligt het niet aan. Hij spreekt altijd met twee woorden, weet hoe het hoort en ziet er ook keurig uit. Zijn ouders waren trots op hem. De ouders hadden alles onder controle, en hij ook.
In de puberteit kwamen de seksuele impulsen. Eerst ging het nog wel, maar ze werden steeds sterker. En die kreeg hij niet onder controle. Het paste niet bij zijn ouders om er over te praten, ze schaamden zich en wisten niet hoe hem te benaderen. Hij kreeg de impulsen niet onder de knie en werd steeds vaker masturberend aangetroffen, door zijn ouders. Ook de school begon te klagen. En hoe ouder hij werd, hoe erger het werd. Er moesten sloten op de deur, binnenshuis, want zijn zusje liep nu gevaar, en zijn moeder. Maar het paste de ouders niet er over te praten.
Toen de politie voor de deur stond kwam hun ergste nachtmerrie uit. Hij had een willekeurige vrouw overrompeld maar omdat hij beleefd was had hij zich eerst aan haar voorgesteld, met voor- en achternaam. Met de broek op de knieën en met erectie. Dus de politie had er niet veel werk aan.

Wij zien dat hij autistisch is, en dat hij inderdaad zijn seksuele impulsen niet kan beheersen. Wel blijft hij beleefd, maar hij mag niet meer naar de tuin want daar viel hij de dieren lastig, en medepatiënten, en personeel. Al snel krijgt hij alleen mannelijke begeleiders, want hij weet zich niet te verhouden tot vrouwen. Hij moet delen van de dag op kamer blijven, en masturbeert tot bloedens toe. Er dreigt schade aan zijn penis te ontstaan, en eeltvorming.
Hij wil geen medicatie tegen de aandrift, maar hij moet van ons. Hij is er bang voor want hij weet niet wie hij is, zonder seksuele impulsen. Wij ook niet, maar zo kan het niet langer.
Die medicijnen hebben even hun tijd nodig. Maar na twee weken neemt de aandrift fors af en na drie weken mag hij weer op de afdeling. Nog twee weken later mag hij weer naar de tuin.
Er gaat een wereld open voor hem, en hij is daar zelf het meest verbaasd over. Een erectie kan hij niet meer krijgen en de gedachten aan seks nemen af. Hij gaat knutselen en met radio's aan de slag, blijkt een vaardig tuinier en maakt ontwerpen voor de nieuwbouw op de tuin. En hij begint met de behandeling, daar heeft hij nu de ruimte voor.
Drie jaar later heeft hij een vriendin. Een aardig meisje maar ze wil niets van seks weten, daar heeft ze in haar jonge leven al genoeg van gehad, en niet op een manier waardoor je later meer wil. Dus nu lopen ze samen, een ernstig seksueel getraumatiseerde jonge vrouw en een ernstig seksueel gepreoccupeerde jongeman. Hij kan niet, dus hij is veilig voor haar; zij wil niet, dus zij is veilig voor hem.
Een dergelijk merkwaardig evenwicht hebben wij niet eerder gezien. De angst voor seks loopt gearmd met een explosie van seks. Gedetailleerd hebben wij, met haar hulp, hen beiden voorgeschreven wat wel mag en wat niet. Gearmd lopen mag, hand-in-hand ook. Een kus op de wang mag, een kus op de mond niet (wil zij niet). Een hand op haar rug mag, een hand op haar buik - of hoger - niet (wil zij niet). Zij op zijn schoot mag, hij op haar schoot niet (trauma!). En zo schrijven we op wat wel en niet mag, en soms vullen we dat aan, soms wijzigen we iets.
..........

Wordt vervolgd met autist 2

zaterdag 4 oktober 2014

Bus

Hij kijkt heel sip, na mijn boodschap. Weer is het anders uitgepakt dan hij bedoelde, en weer komt hij fout uit. Hij snapt er niets van.
Gisteravond nog was hij heel blij. Hij mag van ons met de bus naar zijn werk, want zo ver is hij al. En gisteravond kwam hij ons vertellen dat hij een vriendin heeft. Die heeft hij ontmoet in de bus. En omdat hij weet dat wij de mensen met wie hij regelmatig omgaat willen leren kennen heeft hij haar gelijk maar verteld dat hij bij ons woont. En waarom hij bij ons woont. Hij heeft haar ons telefoonnummer gegeven, want dat moet van ons. In zijn enthousiasme is hij vergeten haar telefoonnummer te vragen en hij weet ook alleen maar haar voornaam. Maar dat geeft niet, zegt hij, want zij zal ons bellen en zeggen dat ze zijn vriendin is.
Inderdaad wordt er die ochtend gebeld, maar niet door haar. Door haar moeder. En moeder vertelt ons niet dat haar dochter een vriend heeft die bij ons woont. Moeder vráágt ons iets, namelijk of wij onze engerds voortaan binnen willen houden.
Het blijkt dat hij in de bus inderdaad enthousiast over zichzelf heeft verteld, over waar hij nu verblijft, aan welke stoornis hij lijdt en welke delicten hij heeft gepleegd. En we hadden nog wel zo met hem geoefend, over hoe hij onbekende mensen moest benaderen en dat hij in zo'n eerste gesprek het maar wat oppervlakkig moet houden. Pas later, en met hulp van ons, vertellen we dan heel voorzichtig iets meer. Dat weet hij wel, maar hij was het in zijn enthousiasme vergeten.
En nu zit er veel werk voor ons aan. Wij moeten naar moeder en dochter om te achterhalen of ze erg aangedaan zijn - en om te vragen of hij nog wel met dezelfde bus kan reizen. De dochter beperkt zich tot veel gegiechel en tot woorden als 'gek' en 'pedo'. Niet dat hij een pedofiel is, maar we leren dat de busgenoten van de dochter ál onze patiënten gemakshalve 'pedo' noemen. Begrijpelijk dus dat moeder bezwaar heeft, en blijft hebben, ook als we uitgelegd hebben dat hij geen 'pedo' is. Wel vindt ze het goed dat er de komende week een begeleider met hem meereist, in de bus.
Maar de begeleider ziet al snel dat dit geen goed idee is. De bus wordt nagenoeg geheel bevolkt door schoolgenoten van de bijna-vriendin, en die blijken allemaal tot in detail op de hoogte te zijn. Op de wijze waarop schoolgaande jeugd dat nog heel goed kan wordt hij ontvangen in de bus, een ontvangst die vooral bestaat uit de te luid gefluisterde woorden 'gek' en 'pedo'. En twee dagen later belt de school zelf. De gehele school blijkt geïnformeerd over hem en omdat zijn verhaal zelf kennelijk te dun werd bevonden zijn er in die korte tijd veel details aan zijn verhaal toegevoegd. Die details doen zelfs ons rillen en zijn ook onjuist - ze moeten wel ontsproten zijn aan een zich vervelend puberbrein - maar er is geen houden meer aan.
Nu moet hij een bus vroeger. Daar zit geen schooljeugd in, maar mensen die vroeg aan hun fabrieksarbeid beginnen. Die hebben nog geen zin in een praatje, die slapen nog wat in de bus. Hij vindt het niet een leuke bus, vandaar dat hij sip is. En hij mag van ons met niemand praten in de bus, niet anders dan 'goedemorgen'.
Maar hij is niet lang sip. Al na twee dagen meldt hij ons dat er een jongedame in de bus zit die veel naar hem glimlacht - hij weet het zeker: ze vindt hem leuk.
Dus we oefenen maar weer met hem, over hoe je een kletspraatje houdt. En we houden ons hart vast, want we hebben niet meer bussen.