Google Analytics

vrijdag 14 november 2014

Rangorde


Mensen brengen graag orde aan in hun leven. Het houdt de boel overzichtelijk. De ordening op-zich is vaak een kwestie van persoonlijke voorkeur: als u er voor kiest om uw boeken op kleur te rangschikken mag u dat helemaal zelf weten. Het kan ook op dikte of grootte, u doet maar. Het mag zelfs alfabetisch.
In een aantal gevallen is de ordening al voor u gedaan, u gaat er dan niet over. Uw postcode, bankrekeningnummer, telefoonnummer - het is allemaal keurig geordend maar in dit geval buiten u om. Ook encyclopedieën en atlassen zijn geordend, op een wijze waarvan is geoordeeld dat u er gemak van heeft.
Waar geen orde is gaan mensen aan de slag om die orde zelf aan te brengen. In een gevangenis bijvoorbeeld meent het personeel dat alle gevangenen 'gelijk' zijn. De gevangenen zelf zien dat anders en die brengen hun eigen orde aan: bovenaan staan drugscriminelen en overige geharde psychopaten. Overvallers doen het ook goed. Helemaal onderaan staan de zedendelinquenten, daar hebben ze een hekel aan in de bajes. En binnen de zedendelinquenten bestaat weer een onderorde: de pedofielen bungelen helemaal onderaan. Die moeten dan ook vaak in bescherming worden genomen tegen hun mede-bewoners.
Een rangorde waar ik van opkeek deed/doet zich voor binnen onze kliniek. Wij hebben verslaafden bij elkaar op de afdeling gezet omdat dat groepsgerichte behandelingen vereenvoudigd: hoewel ze allemaal verschillen zijn er ook veel overeenkomsten, vandaar. Een reeks behandelonderdelen moeten ze allemaal volgen. Maar daar denken ze zelf anders over. De verslaafde aan alcohol wil niets weten van de drugsverslaafde, en vice versa. De alcoholist vindt de 'junkie' maar een crimineel, een geharde straatzwerver die ook een taalgebruik en een kennissenkring heeft waar de alcoholist niets van hebben moet. Ze kijken neer op de drugsverslaafde.
De drugsverslaafde op zijn beurt vindt de alcoholist maar een zielig geval, een softie, een lam en slap verschijnsel. Alcohol is de poor-man's drug, vinden ze, eigenlijk niet eens een drug. Zatlappen, daar moeten ze niets van hebben. Ze kijken neer op de alcoholverslaafde.
De patiënten die verslaafd zijn aan alcohol én drugs vallen tussen wal en schip. Ze worden soms geaccepteerd door de drugsverslaafden, soms door de alcoholverslaafden. Misschien hangt dat van hun hardheid af, hun gewiekstheid.
Daar lopen dan de gokverslaafden weer tussendoor. Die kijken neer op alcohol- en drugsverslaafden, immers mensen die hun eigen lichaam vergiftigen - dat doet de gokverslaafde niet, hij vindt ze dom en onverantwoordelijk. De alcohol- en drugsverslaafden moeten juist weer niets hebben van de gokverslaafde, dat vinden ze een beetje een malle snob die het maar hoog in de bol heeft.
Wat ze bindt - de alcohol-, drugs- en gokverslaafde - is hun opvatting over zedendelinquenten, die op een andere afdeling zitten. Daar kijken ze samen op neer. De zedendelinquenten op hun beurt moeten weer niets hebben van verslaafden. En de verslaafde zedendelinquent - want die zijn er uiteraard ook - bungelt daar weer tussen in.

Zo bezien is het helemaal nog niet zo gemakkelijk, bij ons. En dan hebben wij, behandelaars, nog niets gedaan - zonder ons is het al moeilijk. En dus, als wij op het toneel komen vinden verslaafden én zedendelinquenten elkaar in hun opvatting over ons.
Hebben we toch nog een belangrijke rol, zelfs als we niets doen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten