Google Analytics

maandag 5 mei 2014

Alcohol (1)

De rapporten geven aan dat hij op zijn 8e al alcohol dronk. Op zijn 18e waren dat 65 blikjes bier, per dag - vanaf zijn 23e aangevuld met sterke drank. En op zijn 28e sloeg hij een vrouw dood. Hij heeft geen flauw idee waarom maar begrijpt het als het trieste dieptepunt in een triest leven.
Je vraagt je veel af als je zijn verhaal leest. Ik vraag mij af waar de volwassenen zijn, in zijn leven. Hij vertelt het mij. Zijn vader kent hij niet, vermoedelijk een zeeman; moeder is prostituee. Kinderen passen niet in haar leven, toch heeft hij nog een jongere broer. Waar die is weet hij niet. En er waren ooms en tantes, bij één oom en tante heeft hij nog in huis gewoond, tot moeder hem daar weghaalde. Hij ging school en heeft nog twee jaar LTS gedaan en daarna even gewerkt, in een magazijn. Dan een uitkering en een kamer.
Drank, daar draait zijn leven om. Als hij wakker werd opende hij, na zijn ogen, een blikje bier. Pas na een paar slokjes ging hij plassen. Zijn leven staat in het teken van het krijgen van drank. Hij deed er alles voor: liegen, stelen, roven - en uiteindelijk iemand doodslaan, omdat ze geen geld had. De volstrekte zinloosheid hiervan is hem duidelijk, hij snapt het ook niet.
Hij is pas 32, maar beschouwt zijn leven als volstrekt mislukt en totaal overbodig. Hij heeft nooit iets verricht, nooit iets gepresteerd - er is niemand die blij van hem wordt, niemand die hem mist, niemand die op hem wacht. Hij kent niemand, hij noemt zichzelf niemand. Letterlijk: "ik ben een niemand". Hij is zich zeer sterk van zichzelf bewust, en nog sterker van zijn eigen nietigheid. Maar het sterkst van zijn eigen overbodigheid. Hij is niet dom, hij doorziet dingen snel maar de lust tot leven ontbreekt. Hij sjokt op oude slippers in kleren die de kringloop nog niet wil hebben, altijd wat gebukt. Hij ging al gebukt onder zichzelf, en nu nog meer door zijn delict. Hij is diep doordrongen van wat hij heeft gedaan.
Zelden hebben wij iemand gezien die zó verwaarloosd is geweest.
Wij bieden hem aan er iets van te gaan maken, te gaan kijken of zijn leven nog wat kan worden. Wij bieden hem behandeling aan. Hij kijkt er van op - hij kent geen mensen die tijd en energie in hem willen investeren. Hij vraagt bedenktijd. Hij vraagt twee weken bedenktijd, en daarna nog eens twee weken. In die tijd vertellen wij hem over behandeling, over hoe dat er uit zou kunnen zien. En wij laten hem onze arbeidstherapie-afdelingen zien, en de afdeling trainingen en therapieën. En over hoe wij hem kunnen helpen zijn toekomst vorm te geven.
En na zijn bedenktijd zegt hij 'ja'. En hij begint. Maar we hebben een eind te gaan met hem, een verdomd lang eind ....




Geen opmerkingen:

Een reactie posten