Google Analytics

maandag 27 januari 2014

Brand (1)

De modale brandstichter is roodharig, heeft dikke brillenglazen en loopt mank.

Dit is niet mijn wijsheid, het is de bevinding van prof.dr. F. Beyaert. En hij kan het weten want hij was hoogleraar forensische psychiatrie én bijna 20 jaar geneesheer-directeur van het Pieter Baan Centrum. Dit PBC is het justitieel observatiecentrum van het rijk, waar middels onderzoek bepaald wordt of verdachten toerekeningsvatbaar zijn.

En hij heeft wel gelijk.
Brandstichting is een ernstig, maar ook merkwaardig delict. De brandstichter heeft niet zozeer een slachtoffer voor ogen, daar gaat het hem niet om. De brand wordt gesticht in een oud-papiercontainer, of betreft een rieten boerderij of een stuk hei - zaken die allemaal vast wel een eigenaar hebben, maar het is niet het doel van de brandstichter die te treffen. Meestal heeft de brandstichter geen idee wie hij met zijn daad benadeeld.
Zijn delictsoort noemen wij een 'hands-off delict': er is geen fysieke aanwezigheid van het slachtoffer benodigd. Waar onze overige daders 'oog-in-oog' met hun slachtoffer hebben verkeerd, heeft de brandstichter geen idee wie zijn slachtoffer is.
Het slachtoffer is voor de brandstichter anoniem, en gek genoeg is dat nu juist ook een kenmerk van de brandstichter zelf: hij is zelf anoniem. Het contact met brandstichters verloopt vaak wat wonderlijk, het is moeilijk ze te leren kennen, het is alsof het ze aan persoonlijkheid ontbreekt. Ze komen dan 'leeg' over, als zou men vergeten zijn er een mens in te stoppen, met eigen karakteristieken, bijzonderheden, uitingsvormen en emoties. Hun handelen is vaak wat mechanisch, gemaakt, robot-achtig: het handelen klopt wel, maar het leven ontbreekt, het oogt gekunsteld.
Daar hadden ze zelf ook al last van. Ze worden al jong waargenomen als klungelig, sociaal onhandig; ze missen de aansluiting bij leeftijdsgenoten en staan, ook in gezelschap, apart. Ze proberen het wel, ze gaan naar de kroeg of de disco, maar staan daar dan de hele avond alleen. Ze willen graag een vriendin, maar hebben geen idee hoe een meisje aan te spreken - spreekt een meisje hen aan dan vervallen ze tot een armetierig gemompel, blozen, weten zich geen raad.

Vuur is fascinerend, vuur is vernietigend, vuur is groots. En daar gaat het ze om. Eindelijk hebben ze iets groots verricht, eindelijk ziet iedereen waartoe hij in staat is - anoniem weliswaar, maar toch: heb ik gedaan, zie eens hoe spectaculair ik ben. Veel brandstichters willen de lovende opmerkingen over hun daad graag horen en mengen zich onder de toeschouwers - om te kijken naar hun levenswerk, en om te luisteren naar de bewonderende opmerkingen van het publiek.
Dat weet de politie ook, en daarom maakt de politie foto's van het toegestroomde publiek. En omdat een brandstichter vaak maar een beperkte reisafstand kan overbruggen - ze verplaatsen zich opmerkelijk vaak per fiets - kan de politie zich vaak beperken tot de foto's van brandstichtingen die op fietsafstand van elkaar liggen.
Het verhoor van brandstichters is trouwens een vak apart, en het behandelen van deze mensen ook. Maar daarover later meer.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten