Google Analytics

vrijdag 21 november 2014

Menzis



De gezamenlijke zorgverzekeraars maakten vorig jaar een winst van 1,25 miljard euro. Menzis kondigde aan haar deel van de winst te gebruiken om extra ziekenhuizen te sluiten.
Het moeten grote denkers zijn, daar bij Menzis, geniale geesten. Te groot voor mij, veel te groot voor mij. Als ze hadden aangekondigd de winst te gebruiken om extra ziekenhuizen te ópenen had ik het kunnen snappen. Nu schiet mijn armetierige logica tekort.
Hóé geniaal ze zijn, daar bij Menzis, mocht ik ook aan-den-lijve ervaren. Ook hier blijkt dat ze genialer zijn dan hun klanten, dat de denkers van Menzis ons verzekerden verre overstijgen. Ik kreeg namelijk plots mijn pillen uit Den Haag. Nu is Den Haag voor mij zeker 200 kilometer verderop, en wij hebben een prima apotheek in ons kleine stadje - maar om redenen waar ik dus te klein voor ben om te begrijpen kwamen ze nu uit Den Haag. Ongevraagd. En daar begint de ellende, want ik had die pillen niet meer nodig. En het was ook nog een hoeveelheid die mij op-zich al ziekmakend leek - de Haagse apotheek stuurde voor negen maanden en een klein vermogen pillen.
Die stuurde ik dus terug. En dat is dom. Want een maand later bleek dat Menzis mij toch liet betalen voor die pillen. Na enig heen-en-weer gebel bleek de reden: de Haagse apotheek had de retourzending niet ontvangen. Nu stuur ik al 40 jaar pakjes en post op en het komt altijd aan, maar nu dus niet: de Haagse apotheek wist van niets. Dus moet ik betalen.
Hoe moeilijk kan het zijn, Menzis. Mijn apotheek bevindt zich op zes minuten fietsen en bij meningsverschillen zoeken we dat met een kop koffie samen even uit. Maar hier hebben de denkers van Menzis een kolossaal foutgevoelig systeem opgezet en inderdaad, wat fout kan gaan gaat fout. Hoewel Menzis sportief toezegt de kosten voor eigen rekening te zullen nemen is dat vijf maanden later nog steeds niet geregeld - ik begin binnenkort aan het zesde telefoontje met Menzis. Aan de mensen die ik dan aan de lijn krijg ligt het niet, die zijn stuk voor stuk goedwillend en behulpzaam - waar het aan ligt zijn die te grote denkers.
Kijk Menzis. Wij hebben een apotheek in ons stadje en die willen we graag houden. Voor een handjevol muntjes verkoopt u uw ziel - pardon, klanten - aan een apotheek uit Den Haag, met als gevolg dat uw winst toeneemt (want daar zal het wel om gaan) en u met die winst nog meer ziekenhuizen kunt sluiten. Want dat uw klanten af en toe in het ziekenhuis terechtkomen is iets waar uw grote denkers zo hun bedenkingen bij hebben: zoiets kost geld, en daar wilt u graag nog even over nadenken.
En nu ik toch bezig ben: zou u mij eens willen raadplegen over wat je mogelijk ook met die winst zou kunnen doen? Ik pas weliswaar niet echt tussen uw grote denkers maar onderdeel van mijn plan is om die grote denkers te sluiten - en ziekenhuizen open te houden. Voor het bedrag van slechts twee van die grote denkers mag u mij twee keer per jaar raadplegen. De winst brengen we terug naar nul - waarom zou een zorgverzekeraar winst maken - en uw hoogste leidinggevende krijgt één dag de tijd om dit plan uit te werken. En als hij/zij dat niet kan in 24 uur zetten we hem/haar er uit. Dat zal een winst opleveren!
Iets zegt me dat u daar niets voor voelt, u heeft het wel genoeglijk zo, met die grote winsten - eh denkers - bij elkaar, die hele mooie plannen maken voor hun klanten - eh, voor hun aandeelhouders, of wie er verder ook vandaar gaat met de centen van een ander.
Van 1,25 miljard euro kun je namelijk hele interessante dingen doen. Voor uw klanten. Ja, voor uw klanten ...

O, en als u zo graag wilt sluiten: die postorder-apotheek in Den Haag. Sluiten.

vrijdag 14 november 2014

Rangorde


Mensen brengen graag orde aan in hun leven. Het houdt de boel overzichtelijk. De ordening op-zich is vaak een kwestie van persoonlijke voorkeur: als u er voor kiest om uw boeken op kleur te rangschikken mag u dat helemaal zelf weten. Het kan ook op dikte of grootte, u doet maar. Het mag zelfs alfabetisch.
In een aantal gevallen is de ordening al voor u gedaan, u gaat er dan niet over. Uw postcode, bankrekeningnummer, telefoonnummer - het is allemaal keurig geordend maar in dit geval buiten u om. Ook encyclopedieën en atlassen zijn geordend, op een wijze waarvan is geoordeeld dat u er gemak van heeft.
Waar geen orde is gaan mensen aan de slag om die orde zelf aan te brengen. In een gevangenis bijvoorbeeld meent het personeel dat alle gevangenen 'gelijk' zijn. De gevangenen zelf zien dat anders en die brengen hun eigen orde aan: bovenaan staan drugscriminelen en overige geharde psychopaten. Overvallers doen het ook goed. Helemaal onderaan staan de zedendelinquenten, daar hebben ze een hekel aan in de bajes. En binnen de zedendelinquenten bestaat weer een onderorde: de pedofielen bungelen helemaal onderaan. Die moeten dan ook vaak in bescherming worden genomen tegen hun mede-bewoners.
Een rangorde waar ik van opkeek deed/doet zich voor binnen onze kliniek. Wij hebben verslaafden bij elkaar op de afdeling gezet omdat dat groepsgerichte behandelingen vereenvoudigd: hoewel ze allemaal verschillen zijn er ook veel overeenkomsten, vandaar. Een reeks behandelonderdelen moeten ze allemaal volgen. Maar daar denken ze zelf anders over. De verslaafde aan alcohol wil niets weten van de drugsverslaafde, en vice versa. De alcoholist vindt de 'junkie' maar een crimineel, een geharde straatzwerver die ook een taalgebruik en een kennissenkring heeft waar de alcoholist niets van hebben moet. Ze kijken neer op de drugsverslaafde.
De drugsverslaafde op zijn beurt vindt de alcoholist maar een zielig geval, een softie, een lam en slap verschijnsel. Alcohol is de poor-man's drug, vinden ze, eigenlijk niet eens een drug. Zatlappen, daar moeten ze niets van hebben. Ze kijken neer op de alcoholverslaafde.
De patiënten die verslaafd zijn aan alcohol én drugs vallen tussen wal en schip. Ze worden soms geaccepteerd door de drugsverslaafden, soms door de alcoholverslaafden. Misschien hangt dat van hun hardheid af, hun gewiekstheid.
Daar lopen dan de gokverslaafden weer tussendoor. Die kijken neer op alcohol- en drugsverslaafden, immers mensen die hun eigen lichaam vergiftigen - dat doet de gokverslaafde niet, hij vindt ze dom en onverantwoordelijk. De alcohol- en drugsverslaafden moeten juist weer niets hebben van de gokverslaafde, dat vinden ze een beetje een malle snob die het maar hoog in de bol heeft.
Wat ze bindt - de alcohol-, drugs- en gokverslaafde - is hun opvatting over zedendelinquenten, die op een andere afdeling zitten. Daar kijken ze samen op neer. De zedendelinquenten op hun beurt moeten weer niets hebben van verslaafden. En de verslaafde zedendelinquent - want die zijn er uiteraard ook - bungelt daar weer tussen in.

Zo bezien is het helemaal nog niet zo gemakkelijk, bij ons. En dan hebben wij, behandelaars, nog niets gedaan - zonder ons is het al moeilijk. En dus, als wij op het toneel komen vinden verslaafden én zedendelinquenten elkaar in hun opvatting over ons.
Hebben we toch nog een belangrijke rol, zelfs als we niets doen.

zondag 2 november 2014

Jeu de sport

Jeu de boules is nooit een spectakelsport geworden. Althans, ik zie het Studio Sport nog niet uitzenden. En dat is jammer: het is spectaculairder dan u denkt, het bruist van de spanning en energie.
Ik zie ze staan in Frankrijk, de heren op leeftijd en hun ballen, geroep en geklots. De grote, metaalkleurige bal dient zo dicht als mogelijk bij het vooruit geworpen kleine balletje te komen. Het kleine balletje is de eicel, de grote ballen zijn de spermatozoïden: wie van de heren op leeftijd bevrucht het damesballetje? Vandaar dus het geroep, het oooh en aaah, de vreugde als een concurrerende spermatozoïde succesvol is weggeketst. Het succesvolste mannetje glundert: de bevruchting is volbracht, en wel door hem!
Sport is gesublimeerde seks. Wielrenners, hardlopers, zwemmers, autocoureurs: aan de eindstreep wacht de eicel, de wielrenners, hardlopers, zwemmers en autocoureurs zijn de spermatozoïden. Ze zijn bereid elkaar weg te duwen, trappen, van de weg te rijden om als eerste bij de eindstreep - de eicel - te komen. Overdreven, denkt u? Kijk dan nog eens goed, naar bijvoorbeeld de Tour de France. Het winnende mannetje krijgt maar liefst twee vrouwtjes toegewezen en omdat het op tv moet wordt de bevruchting eerst symbolisch vormgegeven: de winnaar mag de veroverde vrouwtjes drie keer kussen. 's Avonds, buiten bereik van de camera's komen de beide vrouwtjes naar zijn kamer en daar kan hij ze bevruchten. Denk ik. Om de overige spermatozoïden niet te ontmoedigen krijgt niet alleen de winnaar, maar ook de beste sprinter, de beste klimmer en zo nog wat ijverige mannen twee vrouwtjes toegewezen. Veel wielrenners hebben het 's avonds zwaarder dan overdag maar de verliezende spermatozoïden gaan - opnieuw - alleen naar bed. Maar de dag er op hullen ze zich weer in hun sexy speelpakjes, het wielrijdersuniform, zoals wij ze ook op zondag op onze fietspaden zien. MAMIL heten ze dan, Middle Aged Man In Lycra. En al die zondagse Mamil's dromen van twéé vrouwtjes.
Autocoureurs zijn onbeschaamder. De winnende spermatozoïde krijgt, op het podium, een fles bubbeltjeschampagne in de handen gedrukt. Die fles moet hij hard schudden waarna de inhoud naar buiten spuit - de zaadlozing is, symbolisch, volbracht. De aanwezige vrouwtjes gapen hem aan en zien hoe potent hij is: nu willen zij! Het sterkste mannetje wordt geadoreerd en mag nu kiezen; de eicellen staan popelend te wachten op hun verkiezing.
Bij de meeste balsporten is geen sprake meer van enige bedektheid of nuance: de bal moet in het gaatje, punt uit. Bij veel balsporten zijn bal en gaatje op elkaar afgestemd. De golfbal past maar net in de 'put', de basketbal maar net in de basket en de korfbal maar net in de korf. Als de proporties uit het oog verloren zijn - de kleine voetbal moet in het hele grote doel - krijgt het gaatje een eigen beschermheer, een ridder die de maagdelijkheid van het gat moet bewaken. Bij voetbal heet de beschermheer keeper, en zo iemand voelt zich ook echt genaaid als hij de maagdelijkheid van zijn gat niet heeft weten te beschermen.
Een balsport als tennis heeft meer gemeen met sporten als worstelen of boksen. Wie is het sterkste mannetje? Mag de winnaar het vrouwtje van de verliezer bevruchten? Het vrouwtje heeft misschien geen bezwaar maar mag dit niet uiten: zij moet haar verliezende mannetje troosten en zijn ego verbinden. Speerwerpen, kogelstoten, discuswerpen: het sterkste mannetje plast - pardon, gooit - het verst. Groepssporten als volleybal, hockey, voetbal: het sterkste team gaat zich te buiten aan de vrouwtjes van de verliezers, in overdrachtelijke zin, voor zover mij bekend.
Daarom is zelfs vissen een sport. Wie met de grootste vis thuiskomt mag daarna het mooiste vrouwtje beklimmen. Vroeger, althans. Nu maakt het hem toegewezen vrouwtje met tegenzin de vis schoon om het daarna te bakken: de jager heeft gejaagd. Ze hoopt maar dat hij na het eten in slaap sukkelt, of anders toch niet te vaak gaat vissen.

Met de juiste instelling kun je dus uren naar sport kijken. Het is beter dan welk erotiekkanaal ook - een kwestie van doorzién, zullen we maar zeggen.