Google Analytics

vrijdag 29 november 2013

Donker

Begin november verscheen hij niet meer op zijn werk. Daar keken we van op want hij was erg trots op zijn baan. Iedere ochtend vertrok hij stipt op tijd op zijn fiets, met zijn boterhammetjes. Maar nu niet meer.
Het is geen prater en hij hult zich in een nurks stilzwijgen. Nee, er was niets bijzonders voorgevallen, maar hij wilde niet meer.
Het leven was niet vriendelijk voor hem. Rond zijn tiende vertrok vader naar Nederland en daarmee uit zijn leven. Moeder volgde twee jaar later. Hij werd bij familieleden ondergebracht - zijn elf broers en zussen kwamen terecht bij verschillende ooms en tantes. Het was geen leuke tijd, al ontbreekt het hem aan de woorden om ons te vertellen wat er allemaal gebeurde.
En ook hij kwam naar Nederland, maar dat is lastig als je de taal niet spreekt. Zijn broers en zussen kwamen ook, maar bij moeder wonen kon niet. Moeder verblijft dit jaar al 25 jaar in de psychiatrie en is niet aanspreekbaar. Minstens de helft van zijn broers en zussen verblijft ook regelmatig in de psychiatrie. Dus zocht hij vrienden, want hij kan niet alleen. Hij klampt zich wanhopig vast aan zijn vrienden. Hij mag voor hun cocaïne kopen, en later mag hij van hun mensen overvallen, en winkels. En hij krijgt een mes van ze, en de opdracht er mee te steken want hij is niet zo goed in mensen overvallen.
En daarom zit hij bij ons. Zijn dossier is ook niet vriendelijk voor hem. Hij is schizofreen, en zwakbegaafd. En cocaïneverslaafd en ernstig getraumatiseerd. En crimineel, slecht verstaanbaar en men vindt hem eng. En hij is altijd bang. Met mes is hij wat minder bang maar hij mag van ons geen mes.
Behandeling valt niet mee. Stapje voor stapje, met veel terugvallen, komt hij heel langzaam vooruit. Hij vindt het wel fijn bij ons en wil graag blijven. Naar buiten hoeft voor hem niet. Maar na lange jaren is hij zo ver dat hij van ons buiten de kliniek mag wonen, en daar is hij toch heel trots op. In een huis met meerdere mensen en veel begeleiding, en medicatie. En een baan, daar is hij ontzettend trots op. Tot deze week dan, want hij gaat niet meer.
Alles bij hem gaat moeizaam dus achterhalen waarom hij niet meer gaat valt niet mee. Maar uiteindelijk begrijpen we dat hij niet meer gaat omdat het nu 's ochtends donker is. En hij is bang in het donker. Dat is hij altijd al geweest maar dat viel bij ons niet zo op, in een kliniek is het nooit donker. Maar buiten wel, en in het donker durft hij niet naar buiten.
Dus nu wordt hij opgehaald door het busje. De begeleidster brengt hem van de voordeur naar het busje en haalt hem 's avonds weer op.
En nu is hij weer trots. Want hij heeft nooit eerder een baan gehad. In het voorjaar, als het weer licht is, gaat hij weer op de fiets. Maar nu niet want de man waarvoor iedereen bang is en die gezien wordt als eng is zelf bang.
Zou dat misschien voor onze andere patiënten ook gelden?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten